ZOETERMEER (ZH) – Vervolg van deel 20
“Ben jijzelf Christen de Broejn?”, vraagt Don Silvano me geïnteresseerd. Mijn antwoord is dat ik weliswaar Katholiek ben gedoopt, de Heilige Communie heb gedaan…al was dat destijds al meer vanwege de viering met de kadootjes en alles, maar dat ikzelf geen enkele Religie praktiseer. Don Silvano betreurd dit maar kan het wel respecteren. Tja, wat kan hij anders? Daarin verschilt hij al met anderen gelovigen. Zij denken allen een monopolie op de waarheid te hebben als je het mij vraagt.
“Wat is het wat je me wil vragen de Broejn? Gaat het over de aankomende mis?”, vraagt hij me nieuwsgierig en knijpt me in mijn wang alsof ik een kleine dreumes ben. Hij hoort mij vertellen over alle schrijnende gevallen van discriminatie en racisme waaraan ik dagelijks mee te maken heb. Dat ik weliswaar begrijp dat we gevangen zijn en minder rechten hebben wellicht. Maar dat we nog altijd mensen zijn en dus mensenrechten hebben.
Nu is het zo dat deze gevangenis in Busto Arsizio veel in het nieuws is geweest vanwege het schenden van de mensenrechten. Hierdoor staan ze al in kwaad daglicht en om deze redenen kan hij simpelweg mijn verzoek niet in de wind slaan. Onmogelijk kan hij dit weigeren. Ik zei toch al : I made him an offer he couldn’t refuse. Voor het eerst voelde ik me ook een man met een missie, een belangrijk man zoals een echte Don.
Na de mis gaan we meestal meteen luchten. Het is rond tien uur s’morgens al heerlijk zonnig en ik ga dan graag een paar rondjes wandelen. Over de mis zelf zal ik niet veel vertellen omdat ik niet veel aandacht wil schenken aan welke vorm van religie dan ook. Maar mijn naam werd als initiatiefnemer genoemd en men vond het geweldig om te horen dat er iemand zich uitspreekt over dit kwalijke issue.
“Mr Frank!! Can i tell you something please?”, hoor ik achter me en wanneer ik omdraai staat een rij blinkende witte tanden me toe te lachen. Het is mijn Nigeriaanse maatje Cross. “Loop je even met me mee broeder?”, zeg ik hem en opgelaten loopt hij met me mee. Talloze rondjes lopen we op dat kleine luchtplaatsje. Hij verteld me dat hij nog nooit iemand als mij heeft ontmoet. Hij heeft nooit eerder een blanke man ontmoet die met iedereen omgaat als gelijke. “Jij praat echt met iedereen uit welke cultuur of geloof dan ook op dezelfde wijze, met respect! Dat zag ik nooit eerder Frankie”, zegt hij me wederom.
Het doet me goed dat te horen maar tegelijk maakt het me ook verdrietig. Nooit eerder heb ik me zoiets horen vertellen. Want ik heb er nooit bij stil gestaan dat er zoveel mensen waren die hun leven lang dagelijks worden blootgesteld aan onrecht en racisme. Hoe vreselijk het is als er mensen rondlopen die zichzelf superieur voelen ten opzichte van anderen. Gelukkig prijs ik me dat ik op dat gebied “Colorblind” ben. En hoe toevallig dat ik na deze geslaagde missie een paar dagen later een CD krijg toegestuurd van mijn trouwen vriendin en brievenschrijfster Claudia. Het is een CD van Alain Clarke en drie keer raden wat de titel is van dat schijfje…..
De volgende keer:
“Wow, mag ik je wat vragen? Spreek jij toevallig Engels? “, vraag ik de nieuw binnen gekomen gevangene wanneer ik erg onder de indruk ben van zijn goed gebouwde figuur en zijn tattoo sleeves. Bevestigend antwoord hij me en stelt zich voor als Marcio. Vanaf dat moment sluit ik vriendschap met hem die zich nog lang zal voortzetten.